Graag nemen we u kort mee door de historie van Denekamp.

Historie van denekamp
VAN VROEGER TOT NU
Welke volksstam in Twente en met name in de streek Denekamp gewoond heeft, is niet met zekerheid vast te stellen. Opgravingen op de Borghert en De Klokkenberg (nu woonwijken met deze namen) hebben destijds interessante details blootgelegd. Vroeger zijn hier Romeinen geweest.
Rond de 8e eeuw wordt Denekamp samen met Noord-Deurningen genoemd als een deel van het zogenoemde kerspel Ootmarsum. Denekamp is ontstaan op een plek waar men buiten bereik was van het overstromingswater van de nu nog langs Denekamp lopende riviertje de Dinkel. De gronden in en rond Denekamp waren tot 1527 voor het overgrote deel eigendom van de bisschop van Utrecht. Rond de 15e eeuw was de plaats Denekamp een betrekkelijk klein dorp met amper 100 huizen, verspreid langs een enkele dorpsstraat in de nabijheid van de kerk. Deze kerk was in de 13e eeuw opgetrokken uit ‘Bentheimer zandsteen’. De toren omstreeks 1436 aangebouwd. De kerk is gewijd aan de heilige Nicolaas, en vormt nog steeds het centrum van het dorp.
Bron (Dorpsraad Denekamp, 2021).
Historie van denekamp
VAN VROEGER TOT NU
De mensen in het dorp waren veelal landbouwer. Doordat Twente een moeilijk te bereiken gebied was, wisten invloeden van buitenaf het gebied niet te bereiken. Dit had tot gevolg dat veel tradities en gebruiken eeuwenlang in stand werden gehouden. Tegenwoordig koestert men die oude tradities en gebruiken. Op talloze manieren zijn de historie, de cultuur en de folklore verankerd in het leven van alle dag. Te denken valt daarbij aan het dialect (platproat’n), de geveltekens op de boerderijen, het midwinterhoornblazen tijdens de Adventsperiode en de ‘noaberplicht’. Maar hét folkloristische gebeuren in Denekamp concentreert zich onder de noemer van ‘Denekamper Paasgebruiken’. Op eerste paasdag wordt onder leiding van de uit het midden van de jonge Denekampse gemeenschap gekozen zogenaamde Judas en Iscarioth een paasstaak gehaald op het landgoed Singraven. Deze wordt vervolgens naar het dorp gesleept met hulp van ieder jaar weer duizenden toeschouwers. De stoet vormt een lange keten van mensen, die elkaar bij de hand vasthouden. Een soort ‘menselijk touw’. In Denekamp aangekomen gaat de stoet naar de paasweide. Daar wordt de paastaak opgezet bij een enorme berg ‘paashout’ en verkocht aan de hoogste bieder onder de aanwezigen. Dit gebeurt in onvervalst plat dialect. ’s Avonds wordt het paasvuur ontstoken.
